ontslag

Ontslag tijdens ziekte

Ziekte kan leiden tot veel frustratie of ongenoegen in een arbeidsrelatie. De kortste weg zou ontslag kunnen zijn, maar is dat wel verstandig en wat zijn daar de risico’s van? Veel werknemers vinden zichzelf met deze zorgen geconfronteerd.

Ontslag overwegen tijdens ziekte

Als je ziek bent en de gedachte speelt om ontslag te nemen, ben je niet de enige. In bepaalde situaties zou je kunnen afvragen of ontslag niet de meest voor de hand liggende oplossing is. Veel werknemers zitten met dezelfde vraag en denken na over de mogelijke gevolgen.

Ons algemene advies is om geen ontslag te nemen tijdens ziekte. Je riskeert namelijk al snel eventuele sociale voorziening zoals een WW-uitkering of Ziektewet-uitkering.

Het belangrijkste aspect tijdens ziekte is re-integratie. Het is in de regel dan ook de bedoeling dat je aan je herstel werkt en geleidelijk aan herstelt en je oude functie weer oppakt bij je werkgever. Re-integratie is een proces waarbij jouw medewerking en het opvolgen van adviezen van de bedrijfsarts cruciaal zijn.

Arbeidsconflict, ruzie of andere meningsverschillen op het werk

Hoewel re-integratie een goedbedoeld traject is, lukt het niet altijd elke werknemer om dit succesvol af te ronden. Tijdens ziekte komt het regelmatig voor dat de relatie tussen werknemer en werkgever verslechtert. Het kan zelfs leiden tot problemen tijdens de re-integratie.

Het is de werkgever die een re-integratietraject initieert, maar uiteindelijk ben jij als werknemer degene die dit traject moet volgen en afronden. In sommige gevallen kan je echter merken dat de re-integratie niet effectief is en juist het herstel belemmert.

Dit komt vaak voor bij

  • Burn-outs

  • Depressies

  • (Licht) verstoorde arbeidsrelaties met collega's of leidinggevenden

Vaak duiden deze situaties erop dat de werkomgeving heeft bijgedragen aan jouw huidige ziekte. Terugkeren naar dezelfde werkplek is dan niet bevorderlijk voor je herstel. Het is begrijpelijk dat je in dergelijke gevallen toch aan ontslag denkt. Hieronder zullen we uitleggen hoe je het beste met deze situatie kunt omgaan.

Meningsverschillen over re-integratie

Als je het niet ziet zitten om te re-integreren of als je een andere mening deelt dan de bedrijfsarts doe je er goed aan om juridisch advies in te winnen. In de meeste gevallen kan je een beroep doen op een second opinion en/of een deskundigenoordeel. Enige begeleiding bij een aanvraag is wel raadzaam, een van onze arbeidsjuristen kan je desgewenst hierbij helpen.

Diagnostiek en herstel

Een belangrijk element bij ziekte en re-integratie is diagnostiek. Een bedrijfsarts heeft namelijk lang niet altijd de kennis en kunde om een juist en/of volledig beeld te vormen over je mentale en/of fysieke toestand. Daarbij hoeft een bedrijfsarts geen rekening te houden met het standpunt van een huisarts. In sommige gevallen kan het dan ook raadzaam zijn om een diagnose op te laten maken door een klinisch arbeidsgeneeskundige of bijvoorbeeld een GZ-Psycholoog. Zo’n diagnose kan namelijk van invloed zijn op het re-integratieproces en standpunt en stellingnames van de bedrijfsarts.

Het benutten van je rechten door een second opinion aan te vragen en/of deskundigenoordeel al dan niet ondersteund door de juiste diagnostiek kan er uiteindelijk toe leiden dat de werkgever een vaststellingsovereenkomst overweegt. Een belangrijk voordeel van een vaststellingsovereenkomst is dat je nog steeds in aanmerking kunt komen voor sociale voorzieningen zoals een WW-uitkering. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om te onderhandelen over een transitievergoeding. Hierbij dient men wel rekening te houden met eventuele complicaties die meespelen bij ontslag bij ziekte.

Het kan er ook toe leiden dat de bedrijfsarts en werkgever eerder zullen inzetten op re-integratietraject tweede spoor. Bij re-integratie wordt namelijk eerst gekeken naar passend werk bij je huidige werkgever (eerste spoor). Als dat niet mogelijk is, komt re-integratie bij een andere werkgever in beeld (tweede spoor). Het tweede spoor kan overigens parallel aan het eerste spoor worden ingezet. De start van het tweede spoor wordt bepaald door de bedrijfsarts of arbeidsdeskundige. Als het eerste spoor niet haalbaar is, is de werkgever wettelijk verplicht het tweede spoor op te starten. Het tweede spoor begint meestal binnen 52 weken van arbeidsongeschiktheid en wordt doorgaans binnen één tot twee jaar afgerond.

Weet dat je niet alleen bent in deze situatie en dat er ondersteuning beschikbaar is om je te begeleiden. Als je nog verdere vragen hebt, aarzel dan niet om geheel vrijblijvend contact met ons op te nemen. We zijn er om je te helpen.